“Mijn kind kan al kruipen”, “mijn kind kan al “mama” zeggen, “mijn kind kan dit.. mijn kind kan dat…” vast heel herkenbaar voor jonge ouders met jonge kinderen. Op de een of andere manier zit het in ons aard om elkaar te vergelijken. En al zeg ik nog zo vaak “ach, ieder kind ontwikkeld zich in zijn eigen tempo en uiteindelijk kunnen ze even veel”, betrap ik mij er op dat het me toch niet koud laat. Oh jee, moet ik dan meer oefenen? Had ik toch eerder met hapjes moeten beginnen? Moet ik toch naar de fysiotherapie om even te checken…?
Meestal is er ook niks aan de hand en zie je na een paar dagen, weken of maanden dat jouw kind inderdaad hetzelfde doet als alle andere kinderen, alleen op zijn of haar eigen tempo. Maar wat als het toch een beetje afwijkend blijft? Ik vind het persoonlijk altijd wel prettig om zelf aan de bel te trekken. Liever te snel dan te laat. Want het voelt toch niet zo fijn als iemand anders mij ergens op wijst.. want dan kruipt die onrust toch weer je lijf in. “Had ik dan toch..”? Op de website van kind en taal staat de SNEL test. Deze test staat voor Spraak- en taal Normen Eerste Lijn. De SNEL-vragenlijst bestaat uit 14 vragen over mijlpalen die de lijn volgen van de normale taalontwikkeling. SNEL is bedoeld om inzicht te krijgen in de taalontwikkeling van je kind. Je kunt de ingevulde vragenlijst afdrukken en laten zien aan de arts of verpleegkundige van het consultatiebureau of aan de logopedist. De ingevulde vragenlijst kan worden bewaard in het ‘groeiboekje’.